Wie hoort er allemaal bij het besturen van uw organisatie?
Veel bestuurders denken dat leiderschap alleen bij hen en de Raad van Toezicht ligt. Dat is een te beperkte blik. Effectief leiderschap vraagt om betrokkenheid van alle relevante instituties binnen uw organisatie.
De vier pijlers van collectief leiderschap
In mijn ervaring bestaan er vier instituties die samen het collectief leiderschap vormen:
- Het bestuur
- Draagt de eindverantwoordelijkheid
- Heeft het volledige overzicht van de organisatie
- Neemt het initiatief voor strategische keuzes
- De Raad van Toezicht
- Houdt toezicht op het functioneren van het bestuur
- Adviseert en ondersteunt bij strategische vraagstukken
- Vervult de werkgeversrol ten aanzien van het bestuur
- De medezeggenschap (OR/MR)
- Vertegenwoordigt de belangen van medewerkers en studenten
- Heeft wettelijke rechten op het gebied van advies en instemming
- Brengt praktijkervaring en werkvloerperspectief in
- De hoogste uitvoerende laag
- Moet het beleid in de praktijk uitvoeren
- Heeft waardevolle kennis over haalbaarheid en implementatie
- Vormt de schakel tussen strategie en uitvoering
Waarom deze vierde pijler cruciaal is
In Nederland hanteren we vaak een strikte scheiding tussen beleid en uitvoering. Dit leidt steeds vaker tot problemen: we zijn goed in het bedenken van plannen, maar de uitvoering laat te wensen over.
Door de uitvoerende laag te betrekken bij strategische besluitvorming, vergroot u de uitvoeringskracht van uw organisatie. Zij kunnen tijdig signaleren welke uitdagingen er zijn en welke aanpassingen nodig zijn.
Voorbij de wettelijke kaders
Natuurlijk hebben deze instituties wettelijke rechten en plichten. Maar als een van de partijen zich geregeld beroept op die wettelijke basis, dan klopt er iets niet in de onderlinge verhoudingen.
Effectief collectief leiderschap gaat verder dan het naleven van wettelijke verplichtingen. Het gaat om het creƫren van een cultuur waarin alle partijen vanuit het organisatiebelang redeneren en samenwerken.
Praktische uitdagingen
Het grootste obstakel is vaak tijd. U bent als bestuurder fulltime bezig met de strategie van de organisatie. Medezeggenschappers, toezichthouders en directies hebben daar beperkte tijd voor naast hun andere werkzaamheden.
Veel bestuurders proberen dit op te lossen door individuele overleggen te voeren met elke groep apart. Het resultaat? Iedereen gaat terug naar zijn eigen “achterban” met zijn eigen verhaal van het overleg. Net als peuters in de zandbak: iedereen speelt naast elkaar, niet met elkaar.
In de volgende blogpost laat ik zien hoe u wel tot echte samenwerking komt.